Stal
Ze wouden met mij niet gourmetten
Ze jouwden naar mij: Ga naar bed en
We komen je zo wel wat brengen
Pak een goed boek, of kijk Omroep Max
Drink genoeg water
Slaap lekker, tot straks!
Voor het tweede jaar op rij
Lig ik kerstavond onder een sprei
Proestend onder wol, gordijnen dicht
Neus- en voorhoofdsholtes vol
Hoestend in een donker ongezellig hol
Door paracetamol verlicht
In de verte klinkt plezier
In de verste verte lijkt het hier
Geen kerst te worden in dit sombere verlaten hok
Sfeerloos zonder kaarsen, zonder eten
Oooh dennenboom, Kling klokje
Ze zijn me echt vergeten
Ik laat me zeker toch niet kennen
Ik heb een rechte rug
Met een beetje fantasie
Ruiken eucalyptussnoepjes ook naar dennen
En ik zie
In mijzelf ineens een herdertje terug
Zo, warm onder schapenwol
Lig ik als een os te loeien
Met wangen die als goud en wierook gloeien
Honderd witte tissues
Her en der verspreid
Als verse sneeuw
Op slaapkamertapijt
Na elke snotter, elke snitter
Wordt mijn sprookjeswereld witter en witter
Hier staat dan wel geen kaarsje
Maar m'n keel brandt tot en met
En beschijnt m’n winterwereld, hier vanuit m’n warme bed
Midden in die winternacht
Wordt m’n kerstdroom wreed verstoord:
Met een dienblad staat mijn engel onverwacht
In een helverlichte poort
Ze moppert kribbig uit de hal
De liefste woorden die ik hoorde:
Jan, het lijkt hier wel een stal!
Beterschap voor alle zieken!